Analyse


Deel A - Natuurlijke aanmaak

Onderdeel A beschrijft je natuurlijke aanmaak. Deze geeft aan hoe makkelijk je de desbetreffende neurotransmitter aanmaakt en dus kunt gebruiken over een langere periode. Hoe hoger deze score hoe beter de aanmaak is, minder dan 15 is laag.

Deel B - Verbruik

Bij onderdeel B spreken we van de benzine tank of het verbruik. Wanneer er boven de 6 punten gescoord wordt is er een hoog verbruik van de desbetreffende neurotransmitter. Dit houdt in dat je meer gaat verbruiken van de aanmaak (deel A). Het houdt ook in dat je klachten gaat ontwikkelen wanneer je chronisch een hoog verbruik hebt.

Deel C - Reserves

Onderdeel C geeft aan hoe het met het huidige niveau van je neurotramitters zit. Dit word bepaald door de score op onderdeel A (aanmaak) min de score op onderdeel B (het verbruik). Bij een laag niveau van een neurotransmitters zul je vaak de bijbehorende klachten ervaren.

Hieronder geven we aan welke neurotransmitters minder presteren en hoe jij dit in je dagelijks leven kan ervaren.
Analyse punten:

Energieverlies is het eerste wat je begint te merken als dopamine afneemt. Hierdoor raak je sneller vermoeid en wordt je mentaal wat trager dan je gewend bent. Dit werkt door op alle niveaus in privé, werk en sociale leven.

Daardoor ontstaat een grotere energiebehoefte, meestal in de vorm van behoefte aan koolhydraten en suikers.

Je raakt wat sneller afgeleid en het lukt minder om goed te luisteren en instructies op te volgen.

Ook kun je wat meer apathisch worden (afwezig zijn).

Je vergeetachtigheid neemt toe en het geheugen is niet optimaal. De notitiebriefjes ga je vaker gebruiken. Het nemen van initiatieven en het maken van keuzes wordt steeds lastiger.

De neiging naar hyperactiviteit ontstaat, evenals impulsief gedrag.

De zin om dingen te doen neemt af. Dit geldt ook voor bewegen, sporten en het libido (seksdrive).

Er ontstaat meer stijfheid, starheid, zowel lichamelijk als op het mentale vlak.

De alertheid wordt geleidelijk aan steeds lager. Steeds meer dingen gaan langs je heen.

Je emotionele stabiliteit wordt minder en kan uiteindelijk resulteren in gevoelens van depressiviteit.

Uiteindelijk is een tekort aan dopamine ook zichtbaar in de spieren van het gezicht. De emotionele uitdrukking is dan volledig vervlakt. Dit zie je bijvoorbeeld ook bij de ziekte van Parkinson.

De besturing van je lichaam wordt dan ook minder krachtig en je beweegpatroon wordt meer harkerig.

Je bent sneller aangebrand en krijgt een korter lontje.

Energieverlies is het eerste wat je begint te merken als dopamine afneemt. Hierdoor raak je sneller vermoeid en wordt je mentaal wat trager dan je gewend bent. Dit werkt door op alle niveaus in privé, werk en sociale leven.

Daardoor ontstaat een grotere energiebehoefte, meestal in de vorm van behoefte aan koolhydraten en suikers.

Je raakt wat sneller afgeleid en het lukt minder om goed te luisteren en instructies op te volgen.

Ook kun je wat meer apathisch worden (afwezig zijn).

Je vergeetachtigheid neemt toe en het geheugen is niet optimaal. De notitiebriefjes ga je vaker gebruiken. Het nemen van initiatieven en het maken van keuzes wordt steeds lastiger.

De neiging naar hyperactiviteit ontstaat, evenals impulsief gedrag.

De zin om dingen te doen neemt af. Dit geldt ook voor bewegen, sporten en het libido (seksdrive).

Er ontstaat meer stijfheid, starheid, zowel lichamelijk als op het mentale vlak.

De alertheid wordt geleidelijk aan steeds lager. Steeds meer dingen gaan langs je heen.

Je emotionele stabiliteit wordt minder en kan uiteindelijk resulteren in gevoelens van depressiviteit.

Uiteindelijk is een tekort aan dopamine ook zichtbaar in de spieren van het gezicht. De emotionele uitdrukking is dan volledig vervlakt. Dit zie je bijvoorbeeld ook bij de ziekte van Parkinson.

De besturing van je lichaam wordt dan ook minder krachtig en je beweegpatroon wordt meer harkerig.

Je bent sneller aangebrand en krijgt een korter lontje.

Als de snelheid van het brein afneemt, heeft het brein minder tijd om alle nieuwe prikkels die binnenkomen aan de eerder opgeslagen informatie te koppelen, voordat alweer de volgende informatie zich aandient. Als het brein trager wordt, wordt het lichaam ook trager.

Wanneer de processen in het brein snelheid verliezen, wordt je denken trager. Er ontstaat merkbare traagheid in de beweging van je lichaam. De besturing verloopt immers minder snel. Ook je zintuigen reageren minder scherp en word je minder opmerkzaam.

Je overziet mogelijkheden minder goed, koppelt zaken niet makkelijk meer aan elkaar en verliest daardoor je vermogen om creatief en innovatief te reageren.

Je concentratie neemt af, je wordt minder alert. Na verloop van tijd merk je dat je niet zo goed meer kunt nadenken en situaties minder goed kunt inschatten.

Acetylcholine kent een samenwerking met dopamine. Zo kan bijvoorbeeld een tekort aan beiden aandachtsproblemen opleveren. Gecombineerd met een verlaagde dopamineproductie is er minder energie om te leren. Wanneer alleen acetylcholine verlaagd is, ontstaat eerder vergeetachtigheid.

Je geheugen wordt merkbaar minder scherp, evenals het begrijpen van dingen en het leggen van verbanden.

Lees en schrijfproblemen zijn meestal het gevolg van een tekort aan acetylcholine. (dyslexie) Het wordt moeilijker om dingen snel te begrijpen. Je moet iets vaker overlezen om te begrijpen waarover het gaat.

Door een verminderde snelheid van signalen in het zenuwstelsel ontstaat er een minder goede motorische besturing van het lichaam, met name merkbaar in de automatische handelingen.

Bij een tekort aan acetylcholine ontstaat meestal een verhoogde behoefte aan vetten. Deze behoefte aan vetrijke voeding, kan op de langere termijn in de weefsels ontstekingsreacties laten ontstaan.

Een langdurig achetylcholine tekort geeft aanleiding tot klachten die kunnen lijken op Alzheimer.

Als de snelheid van het brein afneemt, heeft het brein minder tijd om alle nieuwe prikkels die binnenkomen aan de eerder opgeslagen informatie te koppelen, voordat alweer de volgende informatie zich aandient. Als het brein trager wordt, wordt het lichaam ook trager.

Wanneer de processen in het brein snelheid verliezen, wordt je denken trager. Er ontstaat merkbare traagheid in de beweging van je lichaam. De besturing verloopt immers minder snel. Ook je zintuigen reageren minder scherp en word je minder opmerkzaam.

Je overziet mogelijkheden minder goed, koppelt zaken niet makkelijk meer aan elkaar en verliest daardoor je vermogen om creatief en innovatief te reageren.

Je concentratie neemt af, je wordt minder alert. Na verloop van tijd merk je dat je niet zo goed meer kunt nadenken en situaties minder goed kunt inschatten.

Acetylcholine kent een samenwerking met dopamine. Zo kan bijvoorbeeld een tekort aan beiden aandachtsproblemen opleveren. Gecombineerd met een verlaagde dopamineproductie is er minder energie om te leren. Wanneer alleen acetylcholine verlaagd is, ontstaat eerder vergeetachtigheid.

Je geheugen wordt merkbaar minder scherp, evenals het begrijpen van dingen en het leggen van verbanden.

Lees en schrijfproblemen zijn meestal het gevolg van een tekort aan acetylcholine. (dyslexie) Het wordt moeilijker om dingen snel te begrijpen. Je moet iets vaker overlezen om te begrijpen waarover het gaat.

Door een verminderde snelheid van signalen in het zenuwstelsel ontstaat er een minder goede motorische besturing van het lichaam, met name merkbaar in de automatische handelingen.

Bij een tekort aan acetylcholine ontstaat meestal een verhoogde behoefte aan vetten. Deze behoefte aan vetrijke voeding, kan op de langere termijn in de weefsels ontstekingsreacties laten ontstaan.

Een langdurig achetylcholine tekort geeft aanleiding tot klachten die kunnen lijken op Alzheimer.

Als GABA verstoord raakt, begin je je angstig, nerveus of geïrriteerd te voelen. Hierdoor produceert het brein zijn elektriciteit in horten en stoten en niet meer in een evenwichtige stroom.

Je stressgevoeligheid neemt daardoor (sterk) toe. Fel licht, harde geluiden en ook rook worden vaak niet meer goed verdragen, omdat gevoeligheid voor prikkels toeneemt. Je begint ook sneller te schrikken en je wordt (meer) chaotisch. Je slaap wordt onrustig, met veel draaien en snel wakker worden. Hetgeen een kenmerk is van rusteloosheid in het algemeen.

Lichamelijk merk je koude of klamme handen, en ontstaat er af en toe een tremor (trillen) in actie. Ook kun je een gevoel van vlinders in je buik ervaren, als teken van een toegenomen prikkelgevoeligheid. Er ontstaat nagenoeg altijd een verhoogde spierspanning en regelmatig begint er kramp te ontstaan.

Tot rust komen wordt steeds moeilijker. Ook kun je steeds minder goed nadenken. Of sterker nog: je kunt niet stoppen met denken en daardoor kun je je niet goed meer concentreren. Je begint het gevoel te krijgen dat je op het niveau van je zenuwstelsel voortdurend verhoogd alert bent.

Je merkt dat je emotionele stabiliteit niet meer is wat het is geweest. Er ontstaan vaak schuldgevoelens of gevoelens van hopeloosheid of waardeloos te zijn. Je zelfbeeld wordt steeds negatiever. En het gevoel te falen, oftewel faalangst, kan zorgen voor een sterke neiging tot perfectionisme.

Door de toegenomen prikkelgevoeligheid ontstaan vaak ook chronische pijnklachten en is er vaak sprake van hoofdpijn gerelateerd aan een te veel aan prikkels. Een prikkelbare darm past daar ook bij in het plaatje.

Uiteindelijk verloopt de manier waarop je beweegt niet meer vloeiend.

Wanneer GABA afneemt, werkt het immuunsysteem minder effectief. Hierdoor word je vatbaarder voor allerlei infecties, virusinfecties en/of allergieën.

Bij een tekort aan GABA ontstaat vaak een verhoogde behoefte aan eiwitten en koolhydraten. De smaak naar bitter en zoet kan verhoogd aanwezig zijn.

Als GABA verstoord raakt, begin je je angstig, nerveus of geïrriteerd te voelen. Hierdoor produceert het brein zijn elektriciteit in horten en stoten en niet meer in een evenwichtige stroom.

Je stressgevoeligheid neemt daardoor (sterk) toe. Fel licht, harde geluiden en ook rook worden vaak niet meer goed verdragen, omdat gevoeligheid voor prikkels toeneemt. Je begint ook sneller te schrikken en je wordt (meer) chaotisch. Je slaap wordt onrustig, met veel draaien en snel wakker worden. Hetgeen een kenmerk is van rusteloosheid in het algemeen.

Lichamelijk merk je koude of klamme handen, en ontstaat er af en toe een tremor (trillen) in actie. Ook kun je een gevoel van vlinders in je buik ervaren, als teken van een toegenomen prikkelgevoeligheid. Er ontstaat nagenoeg altijd een verhoogde spierspanning en regelmatig begint er kramp te ontstaan.

Tot rust komen wordt steeds moeilijker. Ook kun je steeds minder goed nadenken. Of sterker nog: je kunt niet stoppen met denken en daardoor kun je je niet goed meer concentreren. Je begint het gevoel te krijgen dat je op het niveau van je zenuwstelsel voortdurend verhoogd alert bent.

Je merkt dat je emotionele stabiliteit niet meer is wat het is geweest. Er ontstaan vaak schuldgevoelens of gevoelens van hopeloosheid of waardeloos te zijn. Je zelfbeeld wordt steeds negatiever. En het gevoel te falen, oftewel faalangst, kan zorgen voor een sterke neiging tot perfectionisme.

Door de toegenomen prikkelgevoeligheid ontstaan vaak ook chronische pijnklachten en is er vaak sprake van hoofdpijn gerelateerd aan een te veel aan prikkels. Een prikkelbare darm past daar ook bij in het plaatje.

Uiteindelijk verloopt de manier waarop je beweegt niet meer vloeiend.

Wanneer GABA afneemt, werkt het immuunsysteem minder effectief. Hierdoor word je vatbaarder voor allerlei infecties, virusinfecties en/of allergieën.

Bij een tekort aan GABA ontstaat vaak een verhoogde behoefte aan eiwitten en koolhydraten. De smaak naar bitter en zoet kan verhoogd aanwezig zijn.

Een tekort aan serotonine kan je zeer gespannen maken. Je slaap wordt minder van kwaliteit tot het niveau dat je zelfs niet meer kunt slapen of vaak ‘s nachts wakker wordt. Door rusteloosheid rust je sowieso minder goed uit. Ook het denken wordt minder helder.

Als de synchronisatie van het brein begint te “falen”, verstoort dit niet alleen de communicatie tussen beide hersenhelften, maar ook die tussen het lichaam en het brein. “Luisteren naar je lijf” wordt hierdoor moeilijker. De besturing ervan ook.

Een tekort aan serotonine maakt je pijngevoeliger en zelfs wat hypersensitief. Ook komt er vaak meer hoofdpijn voor, gerelateerd aan spanning. Migraine en fibromyalgie zijn klachtenbeelden waarbij een tekort aan serotonine nagenoeg altijd de veroorzaker is.

De motoriek van de darmen maakt ook gebruik van serotonine. Een tekort geeft neiging tot obstipatie (verstopping). Maar ook de darm kan pijngevoeliger worden. Bij een tekort aan serotonine wordt ook vaak het zogenaamde prikkelbare darmsyndroom geconstateerd.

Er bestaat een directe invloed van serotonine op het immuunsysteem en andersom. Bij de aanwezigheid van chronische ontstekingen kan het immuunsysteem de productie van serotonine verminderen. Als er onvoldoende serotonine beschikbaar is om het immuunsysteem aan te sturen, wordt er ook vaak allergie geconstateerd.

Uiteindelijk ontstaat er een opvallend gedrag. Met name door verlies van flexibiliteit in jezelf. Je stemming kan gedurende de dag regelmatig (sterk) wisselen. Je kunt te veel ideeën hebben om aan te kunnen. Ook paniekaanvallen, over bezorgdheid, dwangmatig en/of obsessief gedrag en bij grote tekorten zelfs verwarring, komen daarbij voor.

De speelsheid die bij serotonine hoort, neemt uiteindelijk zodanig af, dat je geen plezier meer kunt beleven. Dit kan resulteren in gevoelens van hopeloosheid en depressiviteit.

Hiermee wordt bedoeld dat je uiteindelijk liever op jezelf bent; dat je geen sociale druk meer kunt verdragen. Ondertussen ervaar je ook vaak een kort lontje in jezelf. Je kunt echter ook meer verlegenheid in jezelf ervaren. Uiteindelijk kan de voortdurende stress leiden tot een toename van agressiviteit of gevoelens van agressiviteit.

Bij een tekort aan serotonine ontstaat vaak een verhoogde behoefte aan zout, maar ook craving naar koolhydraten. Dit gaat vaak gepaard met een sterk schommelende bloedsuikerspiegel.

Een tekort aan serotonine kan je zeer gespannen maken. Je slaap wordt minder van kwaliteit tot het niveau dat je zelfs niet meer kunt slapen of vaak ‘s nachts wakker wordt. Door rusteloosheid rust je sowieso minder goed uit. Ook het denken wordt minder helder.

Als de synchronisatie van het brein begint te “falen”, verstoort dit niet alleen de communicatie tussen beide hersenhelften, maar ook die tussen het lichaam en het brein. “Luisteren naar je lijf” wordt hierdoor moeilijker. De besturing ervan ook.

Een tekort aan serotonine maakt je pijngevoeliger en zelfs wat hypersensitief. Ook komt er vaak meer hoofdpijn voor, gerelateerd aan spanning. Migraine en fibromyalgie zijn klachtenbeelden waarbij een tekort aan serotonine nagenoeg altijd de veroorzaker is.

De motoriek van de darmen maakt ook gebruik van serotonine. Een tekort geeft neiging tot obstipatie (verstopping). Maar ook de darm kan pijngevoeliger worden. Bij een tekort aan serotonine wordt ook vaak het zogenaamde prikkelbare darmsyndroom geconstateerd.

Er bestaat een directe invloed van serotonine op het immuunsysteem en andersom. Bij de aanwezigheid van chronische ontstekingen kan het immuunsysteem de productie van serotonine verminderen. Als er onvoldoende serotonine beschikbaar is om het immuunsysteem aan te sturen, wordt er ook vaak allergie geconstateerd.

Uiteindelijk ontstaat er een opvallend gedrag. Met name door verlies van flexibiliteit in jezelf. Je stemming kan gedurende de dag regelmatig (sterk) wisselen. Je kunt te veel ideeën hebben om aan te kunnen. Ook paniekaanvallen, over bezorgdheid, dwangmatig en/of obsessief gedrag en bij grote tekorten zelfs verwarring, komen daarbij voor.

De speelsheid die bij serotonine hoort, neemt uiteindelijk zodanig af, dat je geen plezier meer kunt beleven. Dit kan resulteren in gevoelens van hopeloosheid en depressiviteit.

Hiermee wordt bedoeld dat je uiteindelijk liever op jezelf bent; dat je geen sociale druk meer kunt verdragen. Ondertussen ervaar je ook vaak een kort lontje in jezelf. Je kunt echter ook meer verlegenheid in jezelf ervaren. Uiteindelijk kan de voortdurende stress leiden tot een toename van agressiviteit of gevoelens van agressiviteit.

Bij een tekort aan serotonine ontstaat vaak een verhoogde behoefte aan zout, maar ook craving naar koolhydraten. Dit gaat vaak gepaard met een sterk schommelende bloedsuikerspiegel.

Reserves zijn gevuld

Er zijn geen neurotransmitters die minder presteren. Goed bezig!
Zie je verder een lege pagina? Klink dan hier